top of page

Cursus A

 

‘Hoeken en gaten van vrijheid’

 

We verkennen het begrip ‘vrijheid’ vanuit bijbels-theologisch perspectief naar de wijze waarop het begrip betekenis heeft gekregen binnen de samenleving en ‘het woeden der volkeren’.

 

Locatie:   Alle bijeenkomsten van cursus A vinden plaats op de maandagavond in De Buorskip te Beetsterzwaag. 

Tijd:   20.00 – 22.00 uur

 

 

12 oktober 2020   ‘Vrijheid in bijbels perspectief’ 

Prof. dr. Maarten den Dulk, emeritus hoogleraar praktische theologie aan de Rijksuniversiteit van Leiden

Het Hellenistische vrijheidsideaal gaat als een wervelwind door de wereld. Het moedigt mensen aan om volstrekt onafhankelijk te zijn van anderen en om ongestoord over zich zelf te kunnen beschikken. De suggestie is dat je dan pas echt mens bent. De vraag is hoe Paulus in deze discussie staat. In zijn brief aan de Romeinen (hoofdstuk 6-8) gaat hij niet uit van een individueel vrijheidsideaal, maar van de opdracht om de strijd te voeren voor maatschappelijke gerechtigheid. Het probleem is dat die opdracht zomaar kan veranderen in een radicale eis waarbij men bereid is over lijken te gaan. Vandaar dat Paulus zoekt naar een manier om uit de strik van de radicalisering te komen. Hoe vind je de vrijheid om vrij te zijn?

9  november 2020   ‘De vrijheid om vrij te zijn, Hannah Arendt’

Prof. dr. Hans Achterhuis, emeritus hoogleraar Wijsbegeerte aan de Universiteit Twente

Filosofen maken graag, in navolging van Isaiah Berlin, een onderscheid tussen twee opvattingen over vrijheid. Bij de ‘negatieve’ opvatting gaat het om het niet gehinderd worden door anderen in je persoonlijke, individuele leven, bij de ‘positieve’ over de mogelijkheid om, vaak samen met anderen, richting te geven aan het leven in de maatschappij. 

 

In mijn lezing wil ik onderzoeken hoe Hannah Arendt aan beide opvattingen recht doet. Als politieke denkster zingt zij de lof van de politieke stellingname in een pluralistische, democratische samenleving. Als liberaal denkster is zij uiterst bezorgd over de manier waarop in een totalitaire, fascistische of communistische maatschappij de persoonlijke vrijheid wordt bedreigd. De grote vraag die ik wil onderzoeken in mijn lezing, is of Arendt erin slaagt om de twee opvattingen over vrijheid met elkaar in evenwicht te houden.

 

7 december 2020   ‘Wees niet onverschillig: het elfde gebod’

 

Dr. Bart Wallet, historicus bij de afdeling Geschiedenis van de Vrije Universiteit Amsterdam en bij de afdeling Hebreeuwse en Joodse Studies van de Universiteit van Amsterdam

Vrijheid is meer dan afwezigheid van onvrijheid, het begrip moet ook positief geladen worden. Een vitale, vrije samenleving is er een waarin sprake is van een open ruimte, een forum waar iedereen gehoord kan worden. Door de eeuwen heen is de graadmeter voor deze vrijheid in hoeverre een samenleving ruimte geeft aan haar minderheden. Niets is dodelijker dan een onverschilligheid vanuit de dominante groep richting de minderheid. In deze lezing zal dit uitgewerkt worden aan de hand van de casus van joden, met daarbij speciale aandacht voor het debat over Tweede-Wereldoorlog-antropologie. In hoeverre helpt het onderscheid tussen slachtoffers, daders, bijstanders en toeschouwers, zij die toekeken, maar niet voor de slachtoffers opkwamen?

 

 

11 januari 2021   ‘Tolerantie als deugd’

 

Prof. dr. Paul van Tongeren, emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek aan de Radboud Universiteit te Nijmegen

We spreken allemaal gemakkelijk over tolerantie: we beschuldigen mensen of groepen van intolerantie, vragen ons af waar de grenzen van de tolerantie liggen, of er een verschil is tussen tolereren en gedogen, enzovoort. Dat spreken over tolerantie ontstaat in de moderne tijd, de tijd waarin individuele vrijheid als misschien wel de belangrijkste politieke waarde geldt, een waarde die tegen oude of nieuwe machthebbers verdedigd moet worden. Maar inmiddels is tolerantie niet op de eerste plaats een houding die vereist wordt van de machthebber of de overheid ten opzichte van de burgers, maar een die gevraagd wordt van burgers ten opzichte van elkaar. Maar wat betekent dan eigenlijk ‘tolerantie’ in een dergelijke context? En vooral: wat vereist ‘tolerantie’ en (hoe) kunnen we een juiste mate van tolerantie ontdekken en vormen? Voor een uitwerking van die vragen kan een oudere traditie ons wellicht helpen. Ik doel op de traditie van de deugdethiek en zal proberen aan te geven in hoeverre de deugdethiek ons kan helpen bij het zoeken naar een zinnig begrip van tolerantie, en naar een verbetering van onze praxis op dit punt.

 

 

8 februari 2021   ‘Hoed u voor de kinderen van het licht’

 

Over de vijand(schap) als hart van iedere theologische rechtvaardiging van geweld. Aanzetten om deze vijandschap te ‘ontvijanden’?

 

Drs. Bram Grandia, emeritus predikant en voormalig omroeppastor bij de IKON

Of we nu de theologische rechtvaardiging van de hand van Osama bin Laden lezen van de strijd tegen het Westen of die van Ronald Reagan en zijn opvolgers tegen het communisme of tegen de zgn. ‘as van het kwaad’, steeds komen we terecht in een strijd van de ‘kinderen van het licht’ tegen de ‘kinderen van de duisternis’. In die strijd kunnen de ‘kinderen van het licht’ zich geen moment voorstellen dat er duisternis in hen heerst. De strijd tegen de vijand buiten hen zelf is een heilige strijd. Ik zie in de bijbelse geschriften fundamentele aanzetten om deze vijandschap te boven te komen. We kijken naar enkele teksten die die andere weg wijzen (1 Samuël 12: 1—7); 2 Samuël 14; Spreuken 25:21,22; Matt. 5: 38-48; Romeinen 12: 17-21; Efeze 2:11-22;). Dit als een aanzet om –om met Wim Overdiep te spreken– ‘het gevecht om de vijand aan te gaan’ (Wim Overdiep, Het gevecht om de vijand. Bijbels omgaan met een onwelkome bekende, Baarn 1985).

 

 

8 maart 2021   ‘Onbekwaam tot enig goed’

 

Prof. dr. Wouter Slob, bijzonder hoogleraar leerstoel ‘Protestantse kerk, Theologie en Cultuur’ (RUG) en predikant PKN te Zuidlaren

 

Rutger Bregman schrijft (eindelijk) een ‘nieuwe geschiedenis van de mens’. De meeste mensen blijken toch te deugen. De sombere gedachte dat de mens onder een dun laagje vernis een woest beest is, mag taai zijn maar is nu dan toch doorgeprikt. Daarmee moet ook zeker zijn afgerekend met het negatieve mensbeeld waar het protestantisme ons mee heeft opgezadeld. Volgens de Heidelbergse Catechismus was de mens immers ‘geheel en al onbekwaam tot iets goeds en geneigd tot alle kwaad’ (zondag 3, vraag 8); -en dus in alles afhankelijk van God. Zou Bregmans nieuwe geschiedenis van de mens ons eindelijk vrij, en in ieder geval onafhankelijk van God, maken? En zouden we als autonome subjecten eigenlijk niets liever moeten willen? 

 

Of zouden we het mensbeeld, en onszelf, dan niet zozeer overschatten maar overspannen. Ik zal bepleiten dat de autonomie van het subject alles behalve gewenst is. En dat het probleem van de goed- dan wel slechtheid van de mens in feite de vraag naar de waardigheid van de mens is. Die waardigheid hoeven we niet buiten God om te bevechten, maar wordt ons door God geschonken en toevertrouwd. Cruciaal in de denklijn is de manier waarop over Almacht wordt gedacht: gaat dat om een monopolie van macht, of om onwankelbaarheid?

 

 

12 april 2021   ‘Rembrandt en het Jodendom’ – Gezamenlijke bijeenkomst cursus A en B

Marie Christine Walraven, kunsthistorica

In voorgaande eeuwen is de romantische voorstelling van zaken ontstaan dat Rembrandt een speciale band met Joden had. Hij zou bevriend zijn geweest met de filosoof Spinoza en met rabbijn Menasse ben Israël. In zijn schilderijen zag men soms sporen van Joodse mystiek (kabbala) en andere verwijzingen naar het Jodendom. De mensen uit Rembrandts dagelijkse omgeving, de Amsterdamse Jodenbuurt, zouden zijn inspiratiebron zijn geweest voor veel tekeningen en portretten. Maar klopt dit beeld wel? In het verleden hadden tientallen van zijn schilderijen Joodse titels zoals bijvoorbeeld ‘Het Joodse Bruidje’. Gaat het hier wel om een Joods liefdespaar? In de lezing wordt deze voorstelling van zaken ontrafeld en gaat drs. Walraven op zoek naar de ware ‘Joodse’ Rembrandt. Zij studeerde kunstgeschiedenis in Leiden, is momenteel docent bij Kunst&Co-Uden en houdt regelmatig lezingen over kunsthistorische onderwerpen.

DE OLTERTERPERKRING EN CORONA

Wijzigingen in data bijeenkomsten

1920-slotavond.jpg
bottom of page